Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 508/2014 inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 2328/2003, (EG) nr. 861/2006, (EG) nr. 1198/2006, (EG) nr. 791/2007 en (EU) nr. 1255/2011
Artikel 55 Maatregelen op het gebied van de volksgezondheid
Geldend
Geldend vanaf 25-04-2020
- Bronpublicatie:
23-04-2020, PbEU 2020, L 130 (uitgifte: 24-04-2020, regelingnummer: 2020/560)
- Inwerkingtreding
25-04-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-04-2020, PbEU 2020, L 130 (uitgifte: 24-04-2020, regelingnummer: 2020/560)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
Overheidsfinanciën / EU-financiën
1.
Uit het EFMZV kan steun worden verleend voor de volgende compensatieregelingen:
- a)
compensatie voor weekdierkwekers die de oogst van kweekweekdieren uitsluitend om volksgezondheidsredenen tijdelijk moeten stilleggen;
- b)
werkkapitaalverschaffing en compensatie voor aquacultuurexploitanten.
De onder b) bedoelde compensatie mag tevens worden verleend voor de tijdelijke stillegging of vermindering van de productie en verkoop of voor de extra opslagkosten tussen 1 februari en 31 december 2020 als gevolg van de Covid‐19-uitbraak.
2.
De in lid 1, onder a), bedoelde steun mag slechts worden verleend indien de oogst tijdelijk wordt stilgelegd omdat de weekdieren verontreinigd zijn als gevolg van de groei van toxineproducerend plankton of als gevolg van de aanwezigheid van biotoxinehoudend plankton, en op voorwaarde dat:
- a)
de verontreiniging langer duurt dan vier opeenvolgende maanden, of
- b)
het verlies, als gevolg van de stillegging van de oogst, meer bedraagt dan 25 % van de jaarlijkse omzet van het betrokken bedrijf, berekend op basis van de gemiddelde omzet van dat bedrijf in de drie kalenderjaren voorafgaand aan het jaar waarin de oogst is stilgelegd.
Voor de toepassing van punt b) van de eerste alinea van dit lid kunnen de lidstaten speciale berekeningsregels vaststellen met betrekking tot bedrijven die minder dan drie jaar actief zijn.
3.
De in lid 1, onder a), bedoelde compensatie kan in de programmeringsperiode gedurende maximaal twaalf maanden worden verleend. Deze periode kan in terdege gemotiveerde gevallen eenmalig met twaalf maanden worden verlengd, tot een gecombineerd maximum van 24 maanden.
Overeenkomstig artikel 65, lid 9, tweede alinea, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 en in afwijking van artikel 65, lid 9, eerste alinea, daarvan zijn de uitgaven voor concrete acties waarvoor op grond van lid 1, onder b), van dit artikel steun wordt verleend, subsidiabel met ingang van 1 februari 2020.