NJB 2020/1922
Hoogte bestuurlijke boete, anticiperen op inwerkingtreding van de Wet vereenvoudiging beslagvrije voet
CRvB 04-08-2020, ECLI:NL:CRVB:2020:1525
- Instantie
Centrale Raad van Beroep
- Datum
4 augustus 2020
- Magistraten
Mrs. Bootsma, Wagner, Okhuizen
- Zaaknummer
17-6077 PW
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bestuursprocesrecht / Hoger beroep
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:CRVB:2020:1525, Uitspraak, Centrale Raad van Beroep, 04‑08‑2020
- Wetingang
Essentie
Hoogte bestuurlijke boete, anticiperen op inwerkingtreding van de Wet vereenvoudiging beslagvrije voet
Uitspraak
Overwegingen
4.7.
Gelet op 4.1 tot en met 4.6 heeft het college aangetoond dat appellant de op hem rustende inlichtingenverplichting heeft geschonden. Appellant kan van het niet nakomen van deze verplichting een verwijt worden gemaakt. Het college was dan ook verplicht een boete op te leggen.
4.8.
Het college heeft in hoger beroep onderkend dat de boete van € 5.467,- ten onrechte is vastgesteld aan de hand van het benadelingsbedrag van € 13.324,32 over de periode van 1 augustus 2014 tot en met 31 augustus 2015 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.