NJ 2016/435
Uitleg art. 134a Sr; verhouding tot art. 46 Sr.
HR 31-05-2016, ECLI:NL:HR:2016:1011, m.nt. N. Keijzer
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
31 mei 2016
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, J. de Hullu, H.A.G. Splinter-van Kan, Y. Buruma, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
15/01915
- Conclusie
A-G mr. P.C. Vegter
- Noot
N. Keijzer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS154077:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:2120, Uitspraak, Hoge Raad, 31‑05‑2016
ECLI:NL:HR:2016:2121, Uitspraak, Hoge Raad, 31‑05‑2016
ECLI:NL:HR:2016:1011, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 31‑05‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:375, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑02‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 02‑10‑2015
- Wetingang
Essentie
Art. 134a Sr ziet op gedragingen die in enig verband staan met een terroristische training. Het gaat daarbij niet uitsluitend om gedragingen die voorafgaan aan de strafbare voorbereiding van de in deze bepaling bedoelde misdrijven of die duiden op het volgen van instructies waarbij specifieke vaardigheden, methoden of technieken tot het begaan van een terroristisch misdrijf worden aangeleerd. Kwalificatie onder art. 134a Sr is niet uitgesloten ingeval de bewezenverklaarde gedragingen tevens kunnen worden aangemerkt als voorbereidingshandelingen cfm art. 46 lid 1 Sr.
Samenvatting
Art. 134a Sr ziet op gedragingen die in enig verband staan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.