Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2024/1348 tot vaststelling van een gemeenschappelijke procedure voor internationale bescherming in de Unie en tot intrekking van Richtlijn 2013/32/EU
Artikel 32 Verzoeken namens begeleide minderjarigen
Geldend
Geldend vanaf 11-06-2024
- Bronpublicatie:
14-05-2024, PbEU L 2024, 2024/1348 (uitgifte: 22-05-2024, regelingnummer: 2024/1348)
- Inwerkingtreding
11-06-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-05-2024, PbEU L 2024, 2024/1348 (uitgifte: 22-05-2024, regelingnummer: 2024/1348)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Algemeen
1.
Een begeleide minderjarige heeft het recht in eigen naam een verzoek in te dienen indien hij of zij overeenkomstig het nationale recht van de betrokken lidstaat handelingsbekwaam is. Indien de begeleide minderjarige overeenkomstig het nationale recht van de betrokken lidstaat niet handelingsbekwaam is, dient een ouder of een andere voor de minderjarige volgens het recht of de praktijk van de betrokken lidstaat verantwoordelijke volwassene, zoals een wettelijke verzorger of diensten voor kinderbescherming, het verzoek namens de minderjarige in.
2.
In het geval van een begeleide minderjarige die niet handelingsbekwaam is overeenkomstig het nationale recht van de betrokken lidstaat en die aanwezig is op het moment dat de ouder of een andere voor hem of haar volgens het recht of de praktijk van de betrokken lidstaat verantwoordelijke volwassene het verzoek om internationale bescherming doet of indient op het grondgebied van die lidstaat, met name indien die minderjarige geen andere wettelijke middelen heeft om op het grondgebied van diezelfde lidstaat te blijven, worden het doen en het indienen van een verzoek door een ouder of een andere voor hem of haar volgens het recht of de praktijk van de betrokken lidstaat verantwoordelijke volwassene ook beschouwd als het doen en het indienen van een verzoek om internationale bescherming namens de minderjarige.
De lidstaten kunnen besluiten de eerste alinea ook toe te passen in het geval van een begeleide minderjarige die geboren wordt of aanwezig is tijdens de administratieve procedure.
3.
Indien de ouder van de in lid 2 bedoelde begeleide minderjarige of zijn of haar verantwoordelijke volwassene het verzoek namens de minderjarige indient, is de minderjarige aanwezig bij de indiening van het verzoek, tenzij er gegronde redenen zijn waarom de minderjarige ongeschikt of niet in staat is om aanwezig te zijn of, indien het nationale recht in die mogelijkheid voorziet, het verzoek namens de minderjarige wordt ingediend door middel van een formulier.