NJ 2018/253
Geen medeplegen poging tot inbraak. De voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking ontbreekt. Afbakening tussen medeplegen en medeplichtigheid.
HR 27-03-2018, ECLI:NL:HR:2018:432, m.nt. N. Rozemond
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
27 maart 2018
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
16/01948
- Conclusie
A-G mr. D.J.C. Aben
- Noot
N. Rozemond
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS110979:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:432, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 27‑03‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:234, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑02‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑12‑2016
- Wetingang
Art. 47, 48, 310, 311 Sr
Essentie
Geen medeplegen poging tot inbraak. De voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking ontbreekt. Afbakening tussen medeplegen en medeplichtigheid.
Het hof heeft bij zijn oordeel dat sprake was ‘van inwisselbare rollen en een taakverdeling en daarmee van medeplegen van een poging tot inbraak’ in het bijzonder in aanmerking genomen dat de verdachte en zijn medeverdachten gezamenlijk in een auto naar de directe omgeving van de plaats van het delict zijn gegaan, de verdachte vervolgens op de uitkijk is gaan staan terwijl zijn medeverdachten probeerden in te breken en dat de verdachte en zijn medeverdachten daarna gezamenlijk zijn weggereden. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.