Einde inhoudsopgave
Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Australië tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen
Protocol
Geldend
Geldend vanaf 27-09-1976
- Bronpublicatie:
17-03-1976, Trb. 1976, 41 (uitgifte: 29-03-1976, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
27-09-1976
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-1976, Trb. 1976, 146 (uitgifte: 01-01-1976, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Voorkoming van dubbele belasting
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
De Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van Australië zijn bij de ondertekening van de Overeenkomst tussen de twee Staten tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen de volgende bepalingen overeengekomen welke een integrerend deel van de genoemde Overeenkomst vormen.
(1) Wat betreft de artikelen 6 tot en met 8 en 10 tot en met 17
voordelen of inkomsten die door een inwoner van Nederland worden verkregen en die op grond van deze artikelen in Australië mogen worden belast, worden voor de toepassing van de Australische wetgeving inzake de inkomstenbelasting geacht inkomsten uit bronnen in Australië te zijn.
(2) Wat betreft de artikelen 7 en 9
indien de inlichtingen die de bevoegde autoriteit van een Staat ter beschikking staan ontoereikend zijn om de voordelen van een onderneming welke in die Staat volgens artikel 7 of artikel 9 mogen worden belast, vast te stellen, beletten de bepalingen van deze artikelen in geen enkel opzicht de toepassing van de wetgeving van die Staat betreffende het vaststellen van de belastingschuld van een persoon, met dien verstande dat deze wetgeving, voor zover de inlichtingen die de bevoegde autoriteit ter beschikking staan zulks toelaten, moet worden toegepast in overeenstemming met de beginselen van deze artikelen.
(3) Wat betreft de artikelen 7 en 23
voordelen van een onderneming van een van de Staten uit het uitoefenen van een verzekeringsbedrijf van welke soort van verzekering ook, anders dan levensverzekering, mogen in de andere Staat worden belast overeenkomstig de wetgeving van die Staat, die speciaal betrekking heeft op de belastingheffing van een persoon die een dergelijk bedrijf uitoefent. Ten aanzien van de vermijding van dubbele belasting is artikel 23 van toepassing alsof de aldus belaste voordelen waren toe te rekenen aan een vaste inrichting van de onderneming in de Staat die de belasting heft.
(4) Wat betreft de artikelen 10, 11 en 12
verzoeken om teruggaaf van belasting die door Nederland in strijd met de bepalingen van deze artikelen is geheven, moeten bij de bevoegde autoriteit van Nederland worden ingediend binnen een tijdvak van drie jaar na het einde van het kalenderjaar waarin de belasting is geheven.
(5) Wat betreft artikel 23
- (a)
indien voordelen of inkomsten verkregen door een inwoner van Australië op grond van de bepalingen van de artikelen 6 tot en met 8 en 10 tot en met 17 in Nederland mogen worden belast, worden deze voordelen of inkomsten voor de toepassing van het eerste lid van artikel 23 en van de bepalingen van de Australische wetgeving inzake de inkomstenbelasting die handelen over de vermijding van dubbele belasting, geacht voordelen of inkomsten uit bronnen in Nederland te zijn;
- (b)
wat de Nederlandse inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting betreft, is de grondslag bedoeld in het tweede lid van artikel 23 het onzuivere inkomen of de winst in de zin van de Nederlandse wetten op de inkomstenbelasting, onderscheidenlijk de vennootschapsbelasting.
(6) Algemeen
- (a)
Indien een van de Staten gerechtigd is de voordelen van een onderneming te belasten, mag die Staat als voordelen van de onderneming behandelen voordelen uit de vervreemding van bestanddelen van het bedrijfsvermogen van de onderneming, met uitzondering van voordelen waarop het eerste lid van artikel 13 van toepassing is.
- (b)
Indien in een Overeenkomst tot het vermijden van dubbele belasting, welke in de toekomst wordt gesloten tussen Australië en en derde Staat die op de dag van ondertekening van dit Protocol lid is van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling, Australië er in toestemt zijn belastingtarief -
- (i)
op dividenden betaald door een lichaam dat voor de toepassing van de Australische belasting inwoner is van Australië en waartoe een lichaam dat inwoner is van de derde Staat gerechtigd is, te beperken tot een tarief dat lager is dan dat waarin het tweede lid van artikel 10 voorziet; of
- (ii)
op interest afkomstig uit Australië waartoe een inwoner van de derde Staat gerechtigd is, te beperken tot een tarief dat lager is dan dat waarin het tweede lid van artikel 11 voorziet; of
- (iii)
op royalty's afkomstig uit Australië waartoe een inwoner van de derde Staat gerechtigd is, te beperken tot een tarief dat lager is dan dat waarin het tweede lid van artikel 12 voorziet,
zal de Regering van Australië de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden onmiddellijk schriftelijk langs diplomatieke weg inlichten en zal zij onderhandelingen aangaan met de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden om de hiervoor in (i), (ii) en (iii) vermelde bepalingen te herzien ten einde Nederland dezelfde behandeling te verlenen als die waarin voor de derde Staat is voorzien.
GEDAAN in tweevoud te Canberra, de zeventiende maart, negentienhonderd zesenzeventig, in de Nederlandse en Engelse taal, zijnde beide teksten gelijkelijk authentiek.