RvdW 2021/394:Tussenarrest HR. Medeplegen belaging (meermalen gepleegd) van volstrekt willekeurig gekozen personen door gedurende periode van ruim 9 maanden bedreigende telefoontjes te plegen, groot aantal bezorgdiensten te laten langskomen op woonadressen van slachtoffers en op naam van 1 van hen meerdere abonnementen af te sluiten, art. 285b lid 1 Sr. Heeft verdachte stelselmatig inbreuk gemaakt op persoonlijke levenssfeer van A, B en C? Bij beoordeling of sprake is van belaging a.b.i. art. 285b lid 1 Sr zijn van belang aard, duur, frequentie en intensiteit van gedragingen van verdachte, omstandigheden waaronder deze hebben plaatsgevonden en invloed daarvan op persoonlijk leven en persoonlijke vrijheid van slachtoffer (vgl. NJ 2013/394, m.nt. Reijntjes). ’s Hofs oordeel dat bewezenverklaarde gedragingen weliswaar binnen kort tijdsbestek plaatsvonden maar dat deze gedragingen zo indringend waren en leven van slachtoffers zodanig ontwrichtten dat telkens sprake was van stelselmatige inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van A, B en C in de betekenis die daaraan toekomt in art. 285b Sr, is niet z.m. begrijpelijk. Dat gedragingen zich binnen kort tijdsbestek hebben afgespeeld, staat op zichzelf niet in de weg aan bewezenverklaring van stelselmatige inbreuk op persoonlijke levenssfeer maar ’s hofs vaststellingen m.b.t. telkens aard, frequentie en intensiteit van gedragingen van verdachte en medeverdachte zijn niet toereikend voor zijn oordeel. Volgt verwijzing naar rolzitting teneinde A-G in de gelegenheid te stellen zich uit te laten over middel 2.