NJB 2011/1422
1. Het hof heeft verzuimd op het verweer strekkende tot niet-ontvankelijkverklaring van het openbaar ministerie in zijn vervolging een gemotiveerde beslissing te geven want hetgeen door het hof op dit punt is aangevoerd ‘ontbeert een toereikende motivering’. 2. Het hof heeft nagelaten in het bijzonder de redenen op te geven waarom het hof van het uitdrukkelijk onderbouwde standpunt van de verdachte is afgeweken bij de bewijsvoering.
HR 28-06-2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ1948
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
28 juni 2011
- Magistraten
Mrs. Koster, Van Schendel en Groos
- Zaaknummer
09/02187
- Conclusie
A-G Aben
- LJN
BQ1948
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BQ1948, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 28‑06‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BQ1948, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑03‑2011
- Wetingang
Sv art. 358 lid 3 en 359lid 2
Essentie
1. Het hof heeft verzuimd op het verweer strekkende tot niet-ontvankelijkverklaring van het openbaar ministerie in zijn vervolging een gemotiveerde beslissing te geven want hetgeen door het hof op dit punt is aangevoerd ‘ontbeert een toereikende motivering’. 2. Het hof heeft nagelaten in het bijzonder de redenen op te geven waarom het hof van het uitdrukkelijk onderbouwde standpunt van de verdachte is afgeweken bij de bewijsvoering.
Uitspraak
De verdachte werd in hoger beroep veroordeeld tot gevangenisstraf van 18 maanden en een geldboete van € 250 000 wegens opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte onjuist doen, terwijl het feit ertoe ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.