Bestuurdersaansprakelijkheid uit onrechtmatige daad

Sluit

7.9 Het bestanddeel ‘wetende dat een of meer schuldeisers in hun verhaalsmogelijkheden worden benadeeld’ in de bankbreukbepalingen: parallellen met het civiele recht

7.10 De opzeteis

7.10.1 Algemeen

7.10.2 Het aanvaarden van een aanmerkelijke kans op (verhaals) benadeling van schuldeisers

7.10.3 De betekenis van het aanvaarden van een aanmerkelijke kans op verhaalsbenadeling

7.10.3.1 Redelijke mate van waarschijnlijkheid dat het faillissement met een tekort intreedt?

7.10.3.2 De ondergrens van de strafrechtelijke aansprakelijkheid

7.10.4 Het belang van het opzetbestanddeel bij art. 343 aanhef en onder 3 Sr

7.11 Conclusie

8 De zorgvuldigheidsnorm voor de bestuurder bij bevoordeling van schuldeisers

9 Frustratie van zekerheidsrechten

10 Slotbeschouwing

Samenvatting

Summary

Einde inhoudsopgave

Bestuurdersaansprakelijkheid uit onrechtmatige daad (R&P nr. InsR11) 2019/7.10.3:7.10.3 De betekenis van het aanvaarden van een aanmerkelijke kans op verhaalsbenadeling

Bestuurdersaansprakelijkheid uit onrechtmatige daad

Productinformatie

1 Inleiding

2 De structuur van de bestuurdersaansprakelijkheid op grond van art. 6:162 BW

3 De structuur van de strafrechtelijke aansprakelijkheid van de bestuurder

4 Aansprakelijkheid van de bestuurder in Beklamel-situaties

5 Aansprakelijkheid van de bestuurder buiten oplichting en flessentrekkerij

6 Rechtvaardigings- en disculpatiegronden bij het verrichten van rechtshandelingen namens de vennootschap

7 Bevoordeling van schuldeisers in het Wetboek van Strafrecht

7.1 Inleiding

7.2 Algemene opmerkingen

7.3 Geschiedenis en strekking van de strafbare bevoordeling

7.4 Het bestanddeel ‘een tijdstip waarop hij wist dat het faillissement niet kon worden voorkomen’ in de rechtspraak en commentaren

7.5 Het Engelse recht over strafbare bevoordeling

7.6 De strafrechtelijke aansprakelijkheid van de bestuurder volgens art. 343 aanhef en onder 3 Sr

7.7 Het schrappen van het bestanddeel ‘op een tijdstip waarop hij wist dat het faillissement niet kon worden voorkomen’

7.8 De eis van een wederrechtelijke/paulianeuze bevoordeling

7.9 Het bestanddeel ‘wetende dat een of meer schuldeisers in hun verhaalsmogelijkheden worden benadeeld’ in de bankbreukbepalingen: parallellen met het civiele recht

7.10 De opzeteis

7.10.1 Algemeen

7.10.2 Het aanvaarden van een aanmerkelijke kans op (verhaals) benadeling van schuldeisers

7.10.3 De betekenis van het aanvaarden van een aanmerkelijke kans op verhaalsbenadeling

7.10.3.1 Redelijke mate van waarschijnlijkheid dat het faillissement met een tekort intreedt?

7.10.3.2 De ondergrens van de strafrechtelijke aansprakelijkheid

7.10.4 Het belang van het opzetbestanddeel bij art. 343 aanhef en onder 3 Sr

7.11 Conclusie

8 De zorgvuldigheidsnorm voor de bestuurder bij bevoordeling van schuldeisers

9 Frustratie van zekerheidsrechten

10 Slotbeschouwing

Samenvatting

Summary

Einde inhoudsopgave

Bestuurdersaansprakelijkheid uit onrechtmatige daad (R&P nr. InsR11) 2019/7.10.3

7.10.3 De betekenis van het aanvaarden van een aanmerkelijke kans op verhaalsbenadeling

Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.

Documentgegevens:

mr. A. Karapetian, datum 01-01-2019

Datum: 01-01-2019
Auteur: mr. A. Karapetian
JCDI: JCDI:ADS343704:1
Vakgebied(en): Insolventierecht / Faillissement
Materieel strafrecht / Algemeen

7.10.3.1 Redelijke mate van waarschijnlijkheid dat het faillissement met een tekort intreedt?7.10.3.2 De ondergrens van de strafrechtelijke aansprakelijkheid

Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.