V-N 2019/2.4
Verwijzingshof moet onderzoeken of juiste criteria zijn gebruikt bij vaststellen inkomsten uit andere arbeid
HR 21-12-2018, ECLI:NL:HR:2018:2390, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
21 december 2018
- Magistraten
Koopman, Van Loon, Van Kalmthout, Van Hilten, Faase
- Zaaknummer
17/01760
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS29617:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Inkomen uit werk en woning (box 1) - niet-winst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:2390, Uitspraak, Hoge Raad, 21‑12‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 05‑12‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:1351, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 05‑12‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 02‑06‑2017
- Wetingang
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat niet duidelijk is of het hof de juiste criteria heeft gehanteerd bij de vaststelling dat er sprake is van arbeid in de zin van art. 22 lid 1 onderdeel b Wet IB 1964. De Hoge Raad verwijst de zaak naar Hof 's-Hertogenbosch.
Samenvatting
Belanghebbende, X, werkt als systeemprogrammeur voor A. In zijn vrije tijd ontwikkelt hij software waarmee het mogelijk is om op een pc aanpassingen en verbeteringen voor mainframeapplicaties te ontwikkelen. Hij stelt deze tool jarenlang om niet ter beschikking aan A en zijn collega’s. In 1995 richt X een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.