Einde inhoudsopgave
RvdW 2022/985
Opzettelijk niet voldoen aan bevel of vordering, krachtens art. 2.3.13 APV Breda 2004 gedaan door burgemeester van Breda, om zich verwijderd te houden uit ‘VAST gebied’, art. 184 lid 1 Sr. Bevel of vordering ‘krachtens wettelijk voorschrift’? HR herhaalt relevante overwegingen uit HR 29 januari 2008, NJ 2008/206, m.nt. P.A.M. Mevis, over vereiste uitdrukkelijke bevels- of vorderingsbevoegdheid. Art. 2.3.13 APV Breda 2004 houdt niet uitdrukkelijk in dat de burgemeester is gerechtigd tot het geven van een bevel of het doen van een vordering als in de bewezenverklaring bedoeld. Volgt vernietiging en terugwijzing. Vervolg op HR 9 juli 2019, NJ 2020/25, m.nt. P.A.M. Mevis.
HR 11-10-2022, ECLI:NL:HR:2022:1417
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
11 oktober 2022
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, Y. Buruma, T. Kooijmans
- Zaaknummer
21/00548
- Conclusie
A-G mr. D.J.M.W. Paridaens
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Openbare orde
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1417, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 11‑10‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:721, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑08‑2022
Essentie
Opzettelijk niet voldoen aan bevel of vordering, krachtens art. 2.3.13 APV Breda 2004 gedaan door burgemeester van Breda, om zich verwijderd te houden uit ‘VAST gebied’, art. 184 lid 1 Sr. Bevel of vordering ‘krachtens wettelijk voorschrift’? HR herhaalt relevante overwegingen uit HR 29 januari 2008, NJ 2008/206, m.nt. P.A.M. Mevis, over vereiste uitdrukkelijke bevels- of vorderingsbevoegdheid. Art. 2.3.13 APV Breda 2004 houdt niet uitdrukkelijk in dat de burgemeester is gerechtigd tot het geven van een bevel of het doen van een vordering als in de bewezenverklaring bedoeld. Volgt vernietiging en terugwijzing. Vervolg op ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.