Einde inhoudsopgave
Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland nopens het verloop van de gemeenschappelijke landgrens, de grenswateren, het grondbezit in de nabijheid van de grens, het grensoverschrijdende verkeer over land en via de binnenwateren en andere met de grens verband houdende vraagstukken (Grensverdrag)
Artikel 18
Geldend
Geldend vanaf 01-08-1963
- Bronpublicatie:
08-04-1960, Trb. 1960, 68 (uitgifte: 18-07-1960, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-08-1963
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-07-1963, Trb. 1963, 114 (uitgifte: 01-01-1963, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Bij de aanslagregeling en de inning van de belastingen, met inbegrip van opcenten, renten en kosten, en bij de invordering van door de belastingautoriteiten in verband met deze belastingen rechtsgeldig vastgestelde geldboeten, ook indien deze in de vorm van verhoging van belasting worden vastgesteld, verlenen de Verdragsluitende Partijen elkaar administratieve hulp en rechtsbijstand voor zover deze belastingen en geldboeten
- a)
verschuldigd zijn door natuurlijke en rechtspersonen die bij de inwerkingtreding van dit Verdrag woonachtig of gevestigd zijn in de in artikel 4 bedoelde gebieden, en
- b)
betrekking hebben op een tijdvak omvattende het jaar waarin de dag van inwerkingtreding van dit Verdrag valt, alsmede de twee volle kalenderjaren vóór en de twee volle kalenderjaren nà dat jaar.
2.
Invoerrechten en verbruiksbelastingen worden niet als belastingen in de zin van dit artikel aangemerkt, wel echter de Nederlandse omzetbelasting.