NJB 2022/110
Toepassing getuigenarrest post-Keskin (HR 20 april 2021, ECLI:NL:HR:2021:576): in casu (waarin het gaat om ontucht met een 16-minner) heeft het hof het getuigenverzoek kunnen afwijzen op de grond dat niet valt in te zien dat het horen van slachtoffer van belang kan zijn voor enige in deze strafzaak te beantwoorden vraag.
HR 21-12-2021, ECLI:NL:HR:2021:1930
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
21 december 2021
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, A.L.J. van Strien en M.J. Borgers
- Zaaknummer
20/02856
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1930, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 21‑12‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:1036, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑11‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑06‑2021
- Wetingang
(art. 6 EVRM)
Essentie
Toepassing getuigenarrest post-Keskin (HR 20 april 2021, ECLI:NL:HR:2021:576): in casu (waarin het gaat om ontucht met een 16-minner) heeft het hof het getuigenverzoek kunnen afwijzen op de grond dat niet valt in te zien dat het horen van slachtoffer van belang kan zijn voor enige in deze strafzaak te beantwoorden vraag.
Uitspraak
Inleiding
Verdachte is veroordeeld wegens – kort gezegd – het ‘met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, meermalen gepleegd’. Het cassatiemiddel klaagt dat het hof de afwijzing van het door de verdediging gedane verzoek tot het horen van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.