BNB 2021/33
Omkering bewijslast bij verlengde navorderingstermijn
HR 20-11-2020, ECLI:NL:HR:2020:1810, m.nt. A.J.H. van Suilen
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
20 november 2020
- Magistraten
Mrs. Koopman, Fierstra, Cools
- Zaaknummer
20/01138
- Noot
A.J.H. van Suilen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS251591:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Informatieverplichting
Belastingrecht algemeen (V)
Fiscaal bestuursrecht / Aanslag
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1810, Uitspraak, Hoge Raad, 20‑11‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 20‑11‑2020
- Wetingang
Essentie
Omkering bewijslast bij verlengde navorderingstermijn
Samenvatting
Belanghebbende heeft verklaard sinds 1 februari 2012 een bankrekening aan te houden bij een bank in Luxemburg en heeft nadere gegevens verstrekt. Na het onherroepelijk worden van een informatiebeschikking, heeft de Inspecteur navorderingsaanslagen IB/PVV 2004 en 2005 opgelegd. Het Hof heeft de navorderingsaanslag 2004 vernietigd en de (ambtshalve verminderde) navorderingsaanslag 2005 gehandhaafd. Het heeft onder meer overwogen dat belanghebbende niet heeft voldaan aan de informatieverplichting, en dat omkering en verzwaring van de bewijslast gerechtvaardigd is.
HR: Indien een geschil ontstaat over de toepasselijkheid van de verlengde navorderingstermijn, moet de Inspecteur aannemelijk maken ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.