NJ 2011/144
Stropen en de inzet van bijzondere opsporingsbevoegdheden.
HR 22-03-2011, ECLI:NL:HR:2011:BP0092
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
22 maart 2011
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, H.A.G. Splinter-van Kan, W.F. Groos
- Zaaknummer
09/02748 E
- Conclusie
A-G Jörg
- LJN
BP0092
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Bijzonder strafrecht (V)
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BP0092, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑03‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BP0092, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑12‑2010
- Wetingang
Svart. 67 lid 1, 126g lid 1 en 2, en 126m lid 1 en 5; Sr art. 140 lid 1; Flora- en faunawet art. 9 en 13 lid 1
Essentie
Verweer hield in dat ‘stropen geen misdrijf is waarbij kan worden gesproken van een ernstige inbreuk op de rechtsorde als bedoeld in de artikelen 126g en 126m Sv’ zodat niet is voldaan aan de vereisten voor het aanwenden van de in die artikelen bedoelde bijzondere opsporingsbevoegdheden. Het hof heeft aan zijn oordeel dat wel sprake was van een ernstige inbreuk op de rechtsorde niet alleen ten grondslag gelegd dat de verdachte werd verdacht van overtreding van (onder meer) art. 13 Flora- en faunawet, maar tevens dat het een en ander in georganiseerd verband ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.