NJB 2014/580
Roekeloosheid in de zin van art. 175 lid 2 WVW 1994. In casu tekortschietende bewijsvoering. A-G: anders
HR 18-02-2014, ECLI:NL:HR:2014:351
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
18 februari 2014
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, W.F. Groos
- Zaaknummer
12/04011
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Verkeersstrafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:351, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 18‑02‑2014
ECLI:NL:PHR:2013:2478, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑12‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑07‑2013
- Wetingang
Essentie
Roekeloosheid in de zin van art. 175 lid 2 WVW 1994. In casu tekortschietende bewijsvoering. A-G: anders
Uitspraak
Inleiding:
Het middel richt zich tegen het oordeel van het hof dat sprake is van schuld in de zin van roekeloosheid.
Hoge Raad, onder meer:
3.2.
De tenlastelegging is toegesneden op art. 6 in verbinding met art. 175 Wegenverkeerswet 1994 (hierna: WVW 1994). De in de tenlastelegging en bewezenverklaring voorkomende term ‘roekeloos’ moet derhalve geacht worden aldaar te zijn gebezigd in dezelfde betekenis als daaraan toekomt in art. 175, tweede lid aanhef en onder a, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.