Overeenkomst tot arbitrage
Einde inhoudsopgave
Overeenkomst tot arbitrage (BPP nr. 13) 2011/2.3.2.1:2.3.2.1 Inleiding
Overeenkomst tot arbitrage (BPP nr. 13) 2011/2.3.2.1
2.3.2.1 Inleiding
Documentgegevens:
Mr. G.J. Meijer, datum 20-07-2011
- Datum
20-07-2011
- Auteur
Mr. G.J. Meijer
- JCDI
JCDI:ADS502229:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
De wijziging in terminologie betreft met name de wijziging van 'president van de rechtbank' in 'voorzieningenrechter van de rechtbank' (zie Parl. Gesch. Herz. Burgerlijk Procesrecht (VAN MIERLO/BART), blz. 581).
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Volgens de Wet tot herziening van het procesrecht voor burgerlijke zaken, in het bijzonder de wijze van procederen in eerste aanleg is — afgezien van tal van wijzigingen van ondergeschikt belang — in de regelen omtrent arbitrage slechts een tweetal bepalingen ingrijpend gewijzigd, i.e. art. 1022 Rv (het voorlopig getuigenverhoor bij de gewone rechter in verhouding tot arbitrage) (zie 2.3.2.4) en art. 1068 Rv (de herroeping van arbitrale vonnissen) (zie 2.3.2.5).1
Alvorens de ingrijpender wijzigingen aan bod komen, vraagt eerst de invoering van art. 76 Rv (het verbod van evocatie) (zie 2.3.2.2) respectievelijk de wijziging van art. 337 lid 2 Rv en art. 401a lid 2 Rv (het verbod van tussentijds appèl) (zie 2.3.2.3) aandacht.