Einde inhoudsopgave
Wet tot regeling van het toezicht op psychiatrische patiënten BES
Artikel 24
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
25-08-2023, Stb. 2023, 293 (uitgifte: 13-09-2023, kamerstukken: 36002)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-09-2023, Stb. 2023, 323 (uitgifte: 04-10-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht (V)
Gezondheidsrecht / Individuele gezondheidszorg
Ten hoogste één maand en ten minste veertien dagen vóór het verstrijken van den tijd, waarvoor het Gemeenschappelijk Hof iemands verblijf in een psychiatrisch ziekenhuis heeft vergund, wordt door den geneeskundige van het ziekenhuis of, indien er meer zijn door den eerste geneeskundige aan den Procureur-generaal aan afschrift gezonden van de in artikel 21 bedoelde aanteekeningen, vergezeld van zijne met redenen omkleede verklaring omtrent de noodzakelijke of wenschelijke eener verdere verpleging in een psychiatrisch ziekenhuis.
De Procureur-generaal dient hierop, zoo daartoe termen zijn, uiterlijk acht dagen na de ontvangst van de in het eerste lid genoemde bescheiden en onder overlegging daarvan aan het Gemeenschappelijk Hof een requisitoir in tot het verleenen eener nieuwe machtiging voor ten hoogste één jaar.
Op dit requisitoir wordt beschikt overeenkomstig de voorschriften van Artikel 23.
Telkens bij het verstrijken van den termijn der laatst verleende machtiging kan op gelijke wijze een nieuwe machtiging worden verleend voor ten hoogste één jaar.
De verpleegde, te wiens aanzien machtiging tot verlengd verblijft in een psychiatrisch ziekenhuis is verzocht, blijft daarin hangende het onderzoek van het Gemeenschappelijk Hof.
Bij weigering der machtiging gelast het Gemeenschappelijk Hof tevens, dat de persoon, wiens verder verblijf in een psychiatrisch ziekenhuis is gerequireerd, onmiddellijk uit het psychiatrisch ziekenhuis worde ontslagen.