TPWS 2019/90:Syriëganger. Voorbereiden en/of bevorderen van moord en/of doodslag, begaan met terroristisch oogmerk (art. 289a.2 jo. 96.2 Sr) door zichzelf (feit 1) en door zijn broer (feit 2) door in een auto met geld, combatkleding en telefoons richting Syrië te rijden teneinde daar deel te nemen aan gewapende strijd, terwijl zijn broer reeds deelnam aan die strijd. Is met voldoende bepaaldheid gebleken op welk misdrijf voorbereidings- en bevorderingshandelingen zijn gericht?