Einde inhoudsopgave
Smartengeld 1998/7.3.2.1
7.3.2.1 Algemeen
prof. mr. S.D. Lindenbergh, datum 21-06-1998
- Datum
21-06-1998
- Auteur
prof. mr. S.D. Lindenbergh
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht (V)
Voetnoten
Voetnoten
Zie over de toetsing van de begroting van schade in cassatie § 7.2.3.
Dat het ook anders kan ziet men in het Duitse recht, waar door de rechter doorgaans tamelijk uitgebreid wordt ingegaan op de vraag welke factoren bepalend zijn voor de omvang van het smartengeld.
M.b.t. lichamelijk letsel gaat het op enkele uitzonderingen na om de nummers 1 t/m 671 uit de uitgave van 1997. Het feit dat het daarin gaat om een samenvatting impliceert overigens reeds enige selectie van door de redactie relevant geachte omstandigheden.
Aldus moet worden aangenomen dat daarvan als zodanig reeds enige normerende werking uitgaat.
Het onderzoek naar hetgeen in de huidige praktijk bepalend wordt geacht voor de omvang van het smartengeld is niet eenvoudig. In de eerste plaats houdt de Hoge Raad zich op dit terrein nogal afzijdig.1 Dat is gegeven de aard van de materie niet onbegrijpelijk, maar het werkt wel in de hand dat de lagere rechter de opdracht om het smartengeld 'naar billijkheid' vast te stellen veelal opvat als een ontslag van de verphchting tot een gedegen motivering van het toe te wijzen bedrag. Rechterlijke motiveringen plegen op dit punt in Nederland dan ook bepaald niet steeds informatief te zijn.2 In de tweede plaats vindt het overgrote deel van de smartengeldvaststellingen buiten rechte plaats, en wel doorgaans in een proces van onderhandelingen, waardoor het zich grotendeels aan het zicht onttrekt. Niettemin is het zinvol te bezien aan welke factoren in de rechtspraak zoal betekenis wordt toegekend, mede omdat aannemelijk is dat men zich bij de buitengerechtelijke schaderegeling daarnaar richt. Vervolgens zal worden bezien hoe hierover in de literatuur pleegt te worden gedacht, zal een blik over de grenzen worden geworpen en zullen verschillende typen factoren nader worden bezien.
Voor wat betreft de rechtspraak is naast integraal gepubliceerde uitspraken vooral informatie ontleend aan de driejaarlijks verschijnende smartengeldnummers van het tijdschrift Verkeersrecht.3 Die bieden de meeste informatie over hetgeen rechters tot nu toe billijke bedragen hebben gevonden en vormen ook voor de buitengerechtelijke smartengeldvaststelling doorgaans het belangrijkste referentiekader.4