RvdW 2017/1120
Falende bewijsklachten met betrekking tot medeplegen bedrieglijke bankbreuk en medeplegen verduistering in dienstbetrekking. HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 10-10-2017, ECLI:NL:HR:2017:2575
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
10 oktober 2017
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend, M.J. Borgers
- Zaaknummer
15/05187
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Insolventierecht / Faillissement
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:2575, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 10‑10‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:1024, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑08‑2017
Essentie
Falende bewijsklachten met betrekking tot medeplegen bedrieglijke bankbreuk en medeplegen verduistering in dienstbetrekking. HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 21 oktober 2015, nummer 22/001218-14, in de strafzaak tegen: [verdachte], adv.: mr. R.J. Baumgardt, te Rotterdam.
Conclusie
Conclusie A-G mr. E.J. Hofstee:
1. De verdachte is bij arrest van 21 oktober 2015 door het gerechtshof Den Haag wegens primair eerste cumulatief/alternatief (als feitelijk bestuurder, EH) “medeplegen van in het vooruitzicht van faillissement, terwijl het faillissement is gevolgd, ter bedrieglijke ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.