Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2021/1057 tot oprichting van het Europees Sociaal Fonds Plus (ESF+) en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1296/2013
Artikel 34 Evaluatie
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2021
- Bronpublicatie:
24-06-2021, PbEU 2021, L 231 (uitgifte: 30-06-2021, regelingnummer: 2021/1057)
- Inwerkingtreding
01-07-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-06-2021, PbEU 2021, L 231 (uitgifte: 30-06-2021, regelingnummer: 2021/1057)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Financiering
Sociale zekerheid algemeen / Bijzondere onderwerpen
1.
Evaluaties worden tijdig uitgevoerd zodat zij in de besluitvorming kunnen worden meegenomen.
2.
Uiterlijk op 31 december 2024 voert de Commissie een tussentijdse evaluatie van het EaSI-onderdeel uit op basis van voldoende informatie die beschikbaar is over de uitvoering.
De Commissie beoordeelt de prestaties van het programma overeenkomstig artikel 34 van het Financieel Reglement, en met name de doeltreffendheid, efficiëntie, samenhang, relevantie en meerwaarde voor de Unie van het programma, ook ten opzichte van de in artikel 28 van deze verordening bedoelde horizontale beginselen, en meet op kwalitatieve en kwantitatieve basis de vooruitgang die is geboekt bij de verwezenlijking van de doelstellingen van het EaSI-onderdeel.
De tussentijdse evaluatie wordt gebaseerd op de informatie die wordt gegenereerd door de overeenkomstig artikel 32 van deze verordening vastgestelde monitoringregelingen en -indicatoren, teneinde de nodige aanpassingen aan te brengen in het beleid en de financieringsprioriteiten.
3.
Uiterlijk op 31 december 2031, aan het einde van de uitvoeringsperiode, voert de Commissie een eindevaluatie van het EaSI-onderdeel uit.
4.
De Commissie dient de conclusies van de tussentijdse en eindevaluaties samen met haar opmerkingen in bij het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's.