V-N 2024/13.4
Geen fictieve vervreemding aanmerkelijk belang door emigratie partieel buitenlandse belastingplichtige
Rb. Noord-Holland 30-11-2023, ECLI:NL:RBNHO:2023:12584, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Rechtbank Noord-Holland
- Datum
30 november 2023
- Magistraten
De Soeten
- Zaaknummer
HAA - 22 _ 3924
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS947929:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Buitenlands belastingplichtige
Inkomstenbelasting / Aanmerkelijk belang (box 2)
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBNHO:2023:12584, Uitspraak, Rechtbank Noord-Holland, 30‑11‑2023
- Wetingang
art. 4 lid 1 AWR; art. 2.6 en 4.16 lid 1 onderdeel h Wet IB 2001; art. 11 Uitv.reg. IB 2001
Essentie
Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de emigratie van een partieel buitenlandse belastingplichtige niet leidt tot een fictieve vervreemding van haar aanmerkelijk belang in een in Nederland gevestigde bv.
Samenvatting
X heeft de buitenlandse nationaliteit en emigreert op 31 december 2017 weer naar het land van herkomst. Tot haar emigratie maakt X gebruik van de 30%-regeling en de regeling van de partiële buitenlandse belastingplicht. X bezit vanaf 4 februari 2015 een aanmerkelijk belang in een in Nederland gevestigde bv. De inspecteur legt een conserverende aanslag op naar een te conserveren inkomen uit aanmerkelijk belang van € 4.628.285. X stelt dat haar ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.