Einde inhoudsopgave
Burgerlijk Wetboek BES Boek 5
Artikel 5
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Tekstplaatsing van het Burgerlijk Wetboek Boek 5, zoals gewijzigd bij de Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (17-05-2010, Stb. 350) en de Aanpassingsregeling BES-wetten (28-09-2010, Stcrt. 15040). Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van Nederland.
- Bronpublicatie:
27-09-2010, Stb. 2010, 494 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-2010, Stb. 2010, 389 (uitgifte: 01-01-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Goederenrecht / Burenrecht en mandeligheid
Goederenrecht / Eigendom, bezit en houderschap
Goederenrecht / Genotsrechten
1.
Hij die een onbeheerde zaak vindt en onder zich neemt, is verplicht:
- a.
met bekwame spoed overeenkomstig het tweede lid, eerste zin, van de vondst aangifte te doen, tenzij hij terstond na de vondst daarvan mededeling heeft gedaan aan degene die hij als eigenaar of als tot ontvangst bevoegd mocht beschouwen;
- b.
met bekwame spoed tevens overeenkomstig het tweede lid, tweede zin, mededeling van de vondst te doen, indien deze is gedaan in een woning, een gebouw of een vervoermiddel, tenzij hij krachtens onderdeel a, slot, ook niet tot aangifte verplicht was;
- c.
de zaak bij het openbaar lichaam in bewaring te geven, indien deze dat vordert.
2.
De in het eerste lid, onderdeel a, bedoelde aangifte wordt bij het openbaar lichaam gedaan. De in het eerste lid, onderdeel b, bedoelde mededeling geschiedt bij degene die de woning, het gebouw of vervoermiddel in gebruik of exploitatie heeft, dan wel bij degene die daar voor hem toezicht houdt.
3.
De vinder is te allen tijde bevoegd de zaak bij het openbaar lichaam in bewaring te geven. Zolang hij dit niet doet, is hij verplicht zelf voor bewaring en onderhoud zorg te dragen.
4.
De vinder kan van het openbaar lichaam een bewijs van aangifte of van inbewaringgeving verlangen.
5.
De in dit artikel en de artikelen 6 tot en met 13 aan het openbaar lichaam toegekende bevoegdheden en taken worden uitgeoefend door de gezaghebber van het openbaar lichaam waar de zaak is gevonden, dan wel door een ambtenaar, voor zover deze door de gezaghebber is belast met de uitvoering van de in deze bepalingen genoemde bevoegdheden en taken.