Gemeenschappelijk optreden 98/700/JBZ door de Raad aangenomen op basis van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, betreffende de invoering van een Europees beeldopslagsysteem (FADO)
Bijlage Europees beeldopslagsysteem
Geldend
Geldend vanaf 10-12-1998
- Bronpublicatie:
03-12-1998, PbEG 1998, L 333 (uitgifte: 09-12-1998, regelingnummer: 98/700/JBZ)
- Inwerkingtreding
10-12-1998
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
03-12-1998, PbEG 1998, L 333 (uitgifte: 09-12-1998, regelingnummer: 98/700/JBZ)
- Vakgebied(en)
Informatierecht / ICT
Bij het secretariaat-generaal van de Raad wordt een geautomatiseerd systeem opgezet voor authentieke, valse en vervalste documenten.
Het Europese systeem heet FADO (False and Authentic Documents (valse en authentieke documenten)).
1. Beschrijving van het systeem
- —
Het systeem wordt geraadpleegd vanaf een centrale dienst in elke lidstaat.
- —
Het systeem is gebaseerd op de Internettechnologie. Het is van het grootste belang te garanderen dat de informatie snel aan de centrale diensten in de lidstaten kan worden toegezonden. Zodra de informatie bij het secretariaat-generaal van de Raad binnenkomt, wordt zij zo spoedig mogelijk in FADO opgeslagen. Elke lidstaat is verantwoordelijk voor het opslaan van deze gegevens in zijn eigen nationale systeem of zijn kopie van FADO.
- —
Het systeem is meertalig.
- —
Het systeem moet gebruikersvriendelijk zijn.
- —
Het systeem is gebaseerd op een zeer nauwkeurige codificatie. Het is van essentieel belang dat de in het geautomatiseerde systeem opgenomen gegevens worden beveiligd. Het systeem maakt gebruik van speciale datatransmissielijnen tussen het secretariaat-generaal van de Raad en de centrale diensten in de lidstaten.
- —
Binnen een lidstaat kan het systeem via een beveiligd internet vanuit een centrale dienst worden geraadpleegd. Een lidstaat kan intern op zijn grondgebied hetzelfde systeem gebruiken (dat betekent dat er bij de verschillende grensposten of andere bevoegde autoriteiten verschillende werkstations worden aangesloten). Er komt geen rechtstreekse verbinding tussen een werkstation anders dan een nationale centrale dienst in een lidstaat en het centraal punt in het secretariaat-generaal. Wel komt er een procedure om de lidstaten een kopie van het systeem te bezorgen en bij te werken met de FADO-gegevens (computerbanden, verwijderbare harddisks, CD-ROM, enz.).
- —
Iedere lidstaat kan een eigen nationaal systeem voor veilige interne gegevensverzending ontwikkelen.
- —
Het systeem werkt als een netwerk tussen het centraal punt in het secretariaat-generaal en de centrale diensten in elk land, wat een snelle informatie-uitwisseling mogelijk maakt.
- —
Aangezien de documenten elektronisch worden verstuurd om te kunnen worden opgenomen in de bestaande nationale systemen, moet voor de afbeeldingen een standaardformaat worden gebruikt (JPEG, TIFF, BMP…). Er moet voor de best mogelijke beeldkwaliteit worden gezorgd, maar ook een goed evenwicht tussen kwaliteit, grootte en compressie van de afbeeldingen is nodig.
- —
Er zijn uitvergrote afbeeldingen beschikbaar, maar uitsluitend voor de belangrijke gedeelten van de afbeelding en wanneer het noodzakelijk is.
- —
Het systeem biedt de mogelijkheid om een authentiek document op het scherm te vergelijken met een vals of vervalst document.
- —
Het systeem verstrekt toelichtingen omtrent verschillende vervalsings- en beveiligingstechnieken.
- —
Er moeten kruisverwijzingen zijn, zodat de gebruikers zeer snel informatie kunnen vinden.
- —
Voorrang wordt gegeven aan documenten van de lidstaten en documenten van derde landen waaruit de lidstaten geregeld immigranten ontvangen. De informatie in het systeem wordt vervolgens aangevuld en bijgewerkt met alle resterende documenten om een zo compleet mogelijk geheel te krijgen.
- —
Het systeem moet een ‘flash’-functie omvatten waarmee via E-mail aan alle lidstaten een waarschuwing met betrekking tot een bepaald document kan worden gestuurd.
- —
Het systeem beschikt over verschillende niveaus. Vanaf het begin moet rekening worden gehouden met de mogelijkheid om een bijkomend niveau voor gegevensopvraging te ontwikkelen dat meer gedetailleerde informatie bevat voor deskundigen.
- —
Het systeem moet een speciale zone bevatten voor documenten die niet worden erkend door een of meer lidstaten.
2. Kosten van het systeem
De kosten voor het opzetten en voor de werking van FADO betreffen de aankoop van technische apparatuur en het personeel. Aangezien FADO uitsluitend is opgezet voor de elektronische opslag en transmissie van documenten, hetgeen momenteel gebeurt in de vorm van ‘hard copy’, gaat het om administratieve uitgaven van de Raad in de zin van artikel K.8, lid 2, eerste alinea, van het Verdrag betreffende de Europese Unie.