Handhaving van privaatrecht door toezichthouders
Einde inhoudsopgave
Handhaving van privaatrecht door toezichthouders (R&P nr. CA17) 2017/3.4.3.3:3.4.3.3 Sui generis besluiten
Handhaving van privaatrecht door toezichthouders (R&P nr. CA17) 2017/3.4.3.3
3.4.3.3 Sui generis besluiten
Documentgegevens:
mr. C.A. Hage, datum 01-12-2017
- Datum
01-12-2017
- Auteur
mr. C.A. Hage
- JCDI
JCDI:ADS445772:1
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Algemeen
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
De geschilbeslechtende bevoegdheid van de ACM op grond van artikel 6.1 Tw (interconnectie) of artikel 12.2 Tw houdt in dat de ACM een beslissing kan nemen in een geschil tussen twee marktpartijen die een overeenkomst met elkaar hebben gesloten of een overeenkomst willen of hadden willen sluiten. De beslissing van de ACM is een besluit in de zin van artikel 1:3 Awb, aangezien het besluit wordt genomen op grond van artikel 12.2 Tw. Een geschilbeslechtende bevoegdheid van een bestuursorgaan in deze vorm is bijzonder te noemen voor het Nederlandse bestuursrecht.1 Danopoulos noemt geschilbesluiten zogenaamde sui generis besluiten.2 Een bestuursorgaan richt zich normaal gesproken op geschillen tussen een bestuursorgaan en een bezwaarmakende partij en niet op een geschil tussen twee civielrechtelijke entiteiten. Geschillen tussen contractuele partijen worden doorgaans voorgelegd aan een onafhankelijke rechter of arbiter.
Opvallend, voor het bestuursrecht, is ook dat er bij de beoordeling van deze geschillen invulling wordt gegeven aan open normen, die vaak niet uitgekristalliseerd zijn en die een ingewikkelde economische beoordeling en afweging tussen de conflicterende belangen van bijvoorbeeld verschillende stakeholders vereisen voordat zij op de feiten kunnen worden toegepast.3 In het bijzonder speelt dit bij de vaststelling van redelijke vergoedingen. In paragraaf 3.6 zal hier nader op worden ingegaan.