Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2009/52/EG tot vaststelling van minimumnormen inzake sancties en maatregelen tegen werkgevers van illegaal verblijvende onderdanen van derde landen
Artikel 9 Strafbare feiten
Geldend
Geldend vanaf 20-07-2009
- Bronpublicatie:
18-06-2009, PbEU 2009, L 168 (uitgifte: 30-06-2009, regelingnummer: 2009/52/EG)
- Inwerkingtreding
20-07-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-06-2009, PbEU 2009, L 168 (uitgifte: 30-06-2009, regelingnummer: 2009/52/EG)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Bijzondere onderwerpen
Arbeidsrecht / Bijzondere onderwerpen arbeidsrecht
1.
De lidstaten zorgen ervoor dat een inbreuk op het in artikel 3 bedoelde verbod als strafbaar feit wordt aangemerkt wanneer deze opzettelijk wordt gepleegd, in elk van de volgende omstandigheden als bepaald in het nationale recht:
- a)
de inbreuk blijft doorgaan of wordt voortdurend herhaald;
- b)
de inbreuk heeft betrekking op de gelijktijdige tewerkstelling van een aanzienlijk aantal illegaal verblijvende onderdanen van derde landen;
- c)
de inbreuk gaat gepaard met arbeidsgerelateerde uitbuiting;
- d)
de inbreuk wordt begaan door een werkgever die weliswaar niet beschuldigd is van of veroordeeld voor een overtreding overeenkomstig Kaderbesluit 2002/629/JBZ, maar die werk of diensten laat verrichten door een illegaal verblijvende onderdaan van een derde land in de wetenschap dat deze persoon het slachtoffer van mensenhandel is;
- e)
de inbreuk betreft de illegale tewerkstelling van een minderjarige.
2.
De lidstaten zorgen ervoor dat uitlokking van en hulp en medeplichtigheid aan de in lid 1 bedoelde opzettelijke handelingen strafbaar worden gesteld als een strafrechtelijk feit.