RvdW 2017/1109
Wet Bopz. Voorlopige machtiging, art. 2 Wet Bopz. Alcoholgebruik; stoornis van de geestvermogens? HR 23 september 2005, ECLI:NL:HR:2005:AU0372, NJ 2007/230; HR 17 maart 2017, ECLI:NL:HR:2017:461.
HR 13-10-2017, ECLI:NL:HR:2017:2630
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
13 oktober 2017
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh
- Zaaknummer
17/02990
- Conclusie
plv. P-G mr. F.F. Langemeijer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:2630, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 13‑10‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:1053, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑08‑2017
Essentie
Wet Bopz. Voorlopige machtiging, art. 2 Wet Bopz. Alcoholgebruik; stoornis van de geestvermogens? HR 23 september 2005, ECLI:NL:HR:2005:AU0372, NJ 2007/230; HR 17 maart 2017, ECLI:NL:HR:2017:461.
Partij(en)
[betrokkene], verzoeker tot cassatie, adv.: mr. G.E.M. Later,
tegen
De Officier van Justitie bij het Arrondissementsparket Oost-Brabant, te 's-Hertogenbosch, verweerder in cassatie, niet verschenen.
Conclusie
Conclusie plv. P-G mr. F.F. Langemeijer:
1. Feiten en procesverloop
1.1
De officier van justitie heeft bij verzoekschrift, op 6 maart 2017 ingekomen ter griffie van de rechtbank Oost-Brabant, verzocht een voorlopige machtiging te verlenen om verzoeker tot ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.