Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 655/2014 tot vaststelling procedure betreffende het Europees bevel tot conservatoir beslag op bankrekeningen om grensoverschrijdende inning van schuldvorderingen in burgerlijke en handelszaken te vergemakkelijken
Artikel 25 Verklaring betreffende de tegoeden waarop beslag wordt gelegd
Geldend
Geldend vanaf 17-07-2014
- Bronpublicatie:
15-05-2014, PbEU 2014, L 189 (uitgifte: 27-06-2014, regelingnummer: 655/2014)
- Inwerkingtreding
17-07-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-05-2014, PbEU 2014, L 189 (uitgifte: 27-06-2014, regelingnummer: 655/2014)
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Beslag en executie
1.
Vóór het einde van de derde werkdag na de uitvoering van het bevel tot conservatoir beslag verklaart de bank of de andere in de lidstaat van tenuitvoerlegging met de uitvoering belaste entiteit, met behulp van het formulier dat door middel van volgens de in artikel 52, lid 2, bedoelde raadplegingsprocedure aangenomen uitvoeringshandelingen is vastgesteld, of en in hoeverre beslag is gelegd op tegoeden op de rekeningen van de schuldenaar en, zo ja, op welke datum het bevel werd uitgevoerd. Indien de bank of de andere in de lidstaat van tenuitvoerlegging met de uitvoering belaste entiteit, in uitzonderlijke gevallen, de verklaring niet binnen drie werkdagen kan afgeven, geeft zij de verklaring zo spoedig mogelijk af, zij het uiterlijk op de achtste werkdag na de uitvoering van het bevel.
De verklaring wordt onverwijld toegezonden, overeenkomstig de leden 2 en 3.
2.
Indien het bevel in de lidstaat van tenuitvoerlegging is uitgevaardigd, wordt de verklaring door de bank of door de andere met de uitvoering van het bevel belaste entiteit, overeenkomstig artikel 29 aan het uitvaardigende gerecht en, per aangetekende post met ontvangstbevestiging of via gelijkwaardige elektronische media, aan de schuldeiser toegezonden.
3.
Indien het bevel in een andere lidstaat dan de lidstaat van tenuitvoerlegging is uitgevaardigd, wordt de verklaring overeenkomstig artikel 29 aan de bevoegde instantie van de lidstaat van tenuitvoerlegging toegezonden, tenzij zij door die instantie zelf is afgegeven.
Uiterlijk op de eerste werkdag na ontvangst of afgifte ervan, zendt deze instantie de verklaring van de bank overeenkomstig artikel 29 toe aan het uitvaardigende gerecht en, per aangetekende post met ontvangstbevestiging of langs overeenkomstige elektronische weg, aan de schuldeiser.
4.
De bank of de andere met de uitvoering van het bevel tot conservatoir beslag belaste entiteit geeft de schuldenaar op diens verzoek inzage in de bijzonderheden het bevel. De bank of de entiteit kan de schuldenaar ook op eigen initiatief inzage geven.