Einde inhoudsopgave
Wet volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieubeheer BES
Artikel 5.9
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2024
- Redactionele toelichting
Lid 2 en 3 zijn in werking getreden.
- Bronpublicatie:
22-12-2011, Stb. 2012, 27 (uitgifte: 03-02-2012, kamerstukken: 32473)
- Inwerkingtreding
01-04-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-12-2023, Stb. 2023, 515 (uitgifte: 28-12-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Algemeen
Volkshuisvesting en wonen / Algemeen
Ruimtelijk bestuursrecht / Ruimtelijke ordening
1.
Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld met betrekking tot de wijze waarop de aanvraag moet geschieden en de gegevens die door de aanvrager moeten worden verstrekt met het oog op de beslissing op de aanvraag.
2.
Bij de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in het eerste lid, wordt in ieder geval bepaald dat de aanvrager in gevallen waarin de vergunning betrekking heeft op het oprichten of veranderen van een inrichting, hetgeen tevens is aan te merken als bouwen in de zin van hoofdstuk 2:
- a.
indien de aanvraag om een bouwvergunning voor dat bouwen tegelijk met de aanvraag om de vergunning krachtens dit hoofdstuk is ingediend, een afschrift van die aanvraag om een bouwvergunning bij zijn aanvraag overlegt;
- b.
indien de aanvraag om een bouwvergunning voor dat bouwen niet tegelijk met de aanvraag om de vergunning krachtens deze wet wordt ingediend, een afschrift van die aanvraag om een bouwvergunning aan het bevoegd gezag overlegt gelijktijdig met de indiening van de aanvraag om de vergunning krachtens deze wet.
3.
Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld ter uitvoering van het bepaalde krachtens het eerste en tweede lid.