NJ 2016/68
Toepassing ingezetenencriterium coffeeshops Maastricht. Geen ongerechtvaardigde discriminatie.
HR 29-09-2015, ECLI:NL:HR:2015:2884, m.nt. B.F. Keulen
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
29 september 2015
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, H.A.G. Splinter-van Kan, Y. Buruma
- Zaaknummer
14/02373
- Conclusie
A-G mr. F.W. Bleichrodt
- Noot
B.F. Keulen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS124134:1
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Staatsrecht / Grondrechten
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:2884, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 29‑09‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:1302, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑05‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 02‑07‑2014
- Wetingang
Essentie
1. Het oordeel dat toepassing van het ingezetenencriterium geen ongerechtvaardigde discriminatie oplevert, geeft niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is toereikend gemotiveerd. Vgl. het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 16 december 2010 (C-137/09) in de zaak Josemans tegen Burgemeester van Maastricht met betrekking tot het — in het kader van een bestuursrechtelijke procedure aan de orde gestelde — ingezetenencriterium. Geen miskenning van het discriminatieverbod.
2. Medeplegen opzettelijke verkoop van softdrugs door portier coffeeshop onvoldoende gemotiveerd.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.