NJ 2004, 337
Tijdens een lasterproces krijgt een Britse journalist geen gratis rechtshulp, worden enkele getuigenissen niet toegelaten en ligt de bewijslast bij de journalist. De journalist wordt veroordeeld in de proceskosten en mag zijn aantijgingen niet herhalen. Geen schending art. 6 lid 1 en art. 10 EVRM.
EHRM 07-05-2002, ECLI:NL:XX:2002:AP0679
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- Datum
7 mei 2002
- Magistraten
Rozakis, Tulkens, Bratza, Lorenzen, Vajíc, Kovler, Zagrebelski
- Zaaknummer
46311/99
- LJN
AP0679
- JCDI
JCDI:ADS146686:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:XX:2002:AP0679, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 07‑05‑2002
- Wetingang
EVRM art. 6 lid 1; EVRM art. 10
Essentie
Tijdens een lasterproces krijgt een Britse journalist geen gratis rechtshulp, worden enkele getuigenissen niet toegelaten en ligt de bewijslast bij de journalist. De journalist wordt veroordeeld in de proceskosten en mag zijn aantijgingen niet herhalen. Geen schending art. 6 lid 1 en art. 10 EVRM.
Samenvatting
Wat betreft art. 6 lid 1 EVRM is het de vraag of het ontbreken van gratis rechtshulp klager een eerlijk proces heeft onthouden, en een inbreuk is geweest op zijn recht om een effectieve verdediging te voeren (§ 51). Dat het proces is gehouden voor een High Court, en dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.