NJ 1995, 387
Veroordeling journalist wegens medeplichtigheid aan verspreiding racistische denkbeelden in strijd met 10 EVRM
EHRM 23-09-1994, ECLI:NL:XX:1994:AD2162, m.nt. G. Knigge, E.J. Dommering (Jersild/Denemarken)
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- Datum
23 september 1994
- Magistraten
Ryssdal, Bernhardt, Gölcüklü, Macdonald, Russo, Spielmann, Valticos, Martens, Palm, Pekkanen, Loizou, Morenilla, Lopes Rocha, Wildhaber, Misfud Bonnici, Makarczyk, Gotchev, Repik, Philip
- Zaaknummer
SERIESAVOL298
- Noot
G. Knigge, E.J. Dommering
- LJN
AD2162
- Roepnaam
Jersild/Denemarken
- JCDI
JCDI:ADS160838:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
EU-recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:XX:1994:AD2162, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 23‑09‑1994
- Wetingang
EVRM art. 10
Essentie
De veroordeling van een journalist wegens medeplichtigheid aan het verspreiden van racistische denkbeelden is in strijd met art. 10 EVRM.
Samenvatting
Een belangrijk kenmerk van de onderhavige zaak is dat de eiser de verwerpelijke uitspraken niet zelf heeft gedaan, maar dat hij in zijn hoedanigheid van televisiejournalist heeft meegewerkt aan het verspreiden van die denkbeelden. Om vast te kunnen stellen of zijn veroordeling en straf ‘noodzakelijk’ zijn in een democratische samenleving, zal de jurisprudentie van het Hof over de rol van de pers in de beschouwingen betrokken moeten worden.
De vrijheid van meningsuiting vormt een van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.