Einde inhoudsopgave
Besluit onroerende zaken omzetbelasting
5.10.1 Verhuur van blijvend geïnstalleerde werktuigen en machines
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
12-12-2023, Stcrt. 2003, 31602 (uitgifte: 14-12-2003, regelingnummer: 2023-26908)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-12-2023, Stcrt. 2003, 31602 (uitgifte: 14-12-2003, regelingnummer: 2023-26908)
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / Belastingplichtige en -schuldige
Omzetbelasting / Levering van goederen en diensten
Omzetbelasting / Vrijstelling
Ieder element dat is geïnstalleerd en een integrerend deel uitmaakt van een gebouw zonder welk het gebouw onvolledig is, is onroerend.1. Dat geldt ook voor ieder element of werktuig dat of iedere machine die blijvend is geïnstalleerd en niet zonder vernietiging of wijziging van het gebouw of de constructie kan worden verplaatst.2.
Als sprake is van de verhuur van blijvend geïnstalleerde werktuigen en machines die als onroerende zaken worden aangemerkt, geldt als uitgangspunt een uitzondering op de hoofdregel dat de verhuur van onroerende zaken btw-vrijgesteld is. Deze verhuur is dan van rechtswege belast.3. Indien de verhuur een bijkomende prestatie vormt bij een hoofdprestatie bestaande uit vrijgestelde verhuur, volgt de verhuur van deze blijvend geïnstalleerde werktuigen en machines het btw-regime van de hoofdprestatie.4.
Voetnoten
Artikel 11, eerste lid, onderdeel b, 1°, van de wet.
HvJ 4 mei 2023, C-516/21 (Finanzamt X), ECLI:EU:C:2023:372.