Belastingadvies 2020/14.1
Vergrijpboete voor adviseur wegens opzettelijk nalaten van btw-suppleties voor klant
Hof Amsterdam 04-02-2020, ECLI:NL:GHAMS:2020:803
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
4 februari 2020
- Zaaknummer
18/00004
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS204226:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Boete
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHAMS:2020:803, Uitspraak, Hof Amsterdam, 04‑02‑2020
- Wetingang
Essentie
De rol en verantwoordelijkheid van een adviseur gaat verder dan ‘wiens brood men eet, diens woord met spreekt’. Zo ook in deze procedure waarin de adviseur – ondanks de vermeende goede bedoelingen van het indienen van nihilaangiften omzetbelasting – verweten wordt dat hij in voldoende nauwe en bewuste samenwerking met zijn cliënt opzettelijk heeft afgezien van het – tot zijn taak behorend – indienen van suppletieaangiften.
Voor elke adviseur geldt: ‘bezint eer ge begint’.
Samenvatting
X is werkzaam bij een administratiekantoor waar hij voor één van de klanten, Z, de btw-aangiften verzorgt. Z verkeert in financiële moeilijkheden en X dient als gevolg ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.