BNB 2019/104
Zaak SF. Premieplicht volksverzekeringen zeevarende. Reikwijdte ‘restbepaling’ in verordening
HvJ EU 08-05-2019, ECLI:EU:C:2019:381, m.nt. P. Kavelaars (Inspecteur van de Belastingdienst)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
8 mei 2019
- Magistraten
Prechal, Biltgen, Malenovský, Fernlund, Rossi
- Zaaknummer
C-631/17
- Conclusie
A-G Pitruzzella
- Noot
P. Kavelaars
- Roepnaam
Inspecteur van de Belastingdienst
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS54739:1
- Vakgebied(en)
Internationale sociale zekerheid / Premieheffing
Premieheffing / Algemeen
Premieheffing / Verzekeringsplicht
Europees belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2019:381, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 08‑05‑2019
ECLI:EU:C:2019:10, Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Unie, 10‑01‑2019
- Wetingang
Art. 11 lid 3 onderdeel 3 Verordening (EG) 883/2004 (coördinatie socialezekerheidsstelsels)
Essentie
Zaak SF. Premieplicht volksverzekeringen zeevarende. Reikwijdte ‘restbepaling’ in verordening
Samenvatting
Voortzetting zaak HR, BNB 2018/17c*.
SF, een Lets staatsburger die in Letland woont, werkte van 13 augustus tot en met 31 december 2013 als steward voor een in Nederland gevestigde onderneming. SF verrichtte deze werkzaamheden op een onder de vlag van de Bahama’s varend schip, dat gedurende die periode boven het Duitse deel van het continentaal plat van de Noordzee voer. Bij de Hoge Raad rijst de vraag welke lidstaat in een geval als dit wordt aangewezen als verzekeringsstaat en hij stelt hierover prejudiciële vragen. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.