NJB 2015/882:Onvoldoende zorg dragen voor het onschadelijk houden van een ‘onder zijn hoede staand’ gevaarlijk dier, art. 425 aanhef en sub 2e Sr: hoewel de gevaarlijke honden in casu feitelijk verbleven bij verdachtes broers, kon het hof oordelen dat de honden onder de hoede van verdachte stonden, nu aan verdachte als eigenaar van de honden in het algemeen de zeggenschap zal toekomen over de wijze waarop zijn gevaarlijke dier onschadelijk moet worden gehouden, terwijl niet is gebleken dat die zeggenschap of zorg op een zodanige manier aan een ander was toevertrouwd dat alleen die ander zou kunnen worden aangemerkt als diegene bij wie de dieren onder zijn hoede stonden. A-G: anders