Niet-ontvankelijkheid in appel van eindvonnis

Documentgegevens:

HR 07-11-2003, ECLI:NL:PHR:2003:AI0344

Instantie: Hoge Raad
Datum: 7 november 2003
Zaaknummer: C02/173HR
LJN: AI0344
Vakgebied(en): Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2003:AI0344, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 07‑11‑2003
ECLI:NL:PHR:2003:AI0344, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑11‑2003
Wetingang: art. 332 Rv (oud); art. 337 Rv (oud)

Essentie

Samenvatting

Casus

Eiser heeft als opdrachtgever een bemiddelingsovereenkomst gesloten met verweerster tot verkoop van de woning van zijn dochter. De looptijd van de opdracht eindigde op 11 oktober 1999. Eiser heeft op 10 oktober de overeenkomst beëindigd. Verweerster vordert evenwel betaling van courtage omdat eiser de woning voor het einde van het contract de woning heeft verkocht aan betrokkene 1. Eiser verweert zich door te stellen dat hij geen volmacht van zijn dochter had en dat de bemiddelingsovereenkomst is aangegaan onder voorwaarde dat de dochter de overeenkomst zou ondertekenen. Deze voorwaarde is niet vervuld. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.