Overeenkomst tot arbitrage
Einde inhoudsopgave
Overeenkomst tot arbitrage (BPP nr. 13) 2011/7.2.3.3:7.2.3.3 Plaats in Nederland voldoende of bepaalde plaats in Nederland?
Overeenkomst tot arbitrage (BPP nr. 13) 2011/7.2.3.3
7.2.3.3 Plaats in Nederland voldoende of bepaalde plaats in Nederland?
Documentgegevens:
Mr. G.J. Meijer, datum 20-07-2011
- Datum
20-07-2011
- Auteur
Mr. G.J. Meijer
- JCDI
JCDI:ADS508442:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Vraag is welke voorwaarden aan de plaatsbepaling moeten worden gesteld. Art. 1073 lid 1 Rv suggereert dat een specifieke plaats in Nederland moet zijn bepaald:
’Het in deze Titel bepaalde is van toepassing indien de plaats van arbitrage in Nederland is gelegen."
Voor de toepassing van art. 1073 lid 1 Rv is mijns inziens voldoende dat partijen hebben aangegeven dat de plaats van arbitrage in Nederland is gelegen, zonder dat zij specifiek een plaats in Nederland hebben bepaald. Een aanduiding in de overeenkomst dat "Nederland" de plaats van arbitrage is, is mijns inziens dus voldoende voor toepassing van art. 1020-1073 Rv. Het is de wetgever immers erom te doen dat duidelijk wordt of Nederlands recht al dan niet van toepassing is. Voorts is het de intentie van de wetgever zoveel als mogelijk te voorkomen dat de arbitrage als gevolg van een gebrek in de plaatsbepaling stagneert (zie art. 1073 lid 2 Rv en art. 1037 leden 1 en 2 Rv).
Voor resterende zaken, als bijvoorbeeld het depot van het arbitraal vonnis (art. 1058 lid 1 (b) Rv) en de competentie van de gewone rechter (art. 1062 lid 1 Rv en art. 1064 lid 2 Rv), zal een specifieke plaats in Nederland moeten worden bepaald. Als partijen slechts "Nederland" als plaats van arbitrage hebben bepaald, dan kan het scheidsgerecht ingevolge art. 1037 lid 2 Rv een specifieke plaats in Nederland bepalen, of zal ingevolge art. 1037 lid 2 Rv de plaats van de uitspraak van het scheidsgerecht uiteindelijk de specifieke plaats van arbitrage in Nederland bepalen.