Einde inhoudsopgave
Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Oekraïne tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en naar het vermogen
Artikel 10 Dividenden
Geldend
Geldend vanaf 31-08-2021
- Redactionele toelichting
Deze wijziging is van toepassing: a. met betrekking tot belastingen geheven aan de bron, ter zake van bedragen betaald of betaalbaar gesteld aan niet-inwoners op of na 1 januari van het jaar volgend op het jaar waarin deze wijziging in werking treedt; b. ter zake van andere belastingen over belastingjaren die beginnen op of na 1 januari van het jaar volgend op het jaar waarin deze wijziging in werking treedt.
- Bronpublicatie:
12-03-2018, Trb. 2018, 40 (uitgifte: 21-03-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
31-08-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-08-2021, Trb. 2021, 112 (uitgifte: 24-08-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Voorkoming van dubbele belasting
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
1.
Dividenden betaald door een lichaam dat inwoner is van een Verdragsluitende Staat aan een inwoner van de andere Verdragsluitende Staat, mogen in die andere Staat worden belast.
2.
Dividenden betaald door een lichaam dat inwoner is van een Verdragsluitende Staat mogen echter ook in die Staat, overeenkomstig de wetgeving van die Staat, worden belast, maar indien de uiteindelijk gerechtigde inwoner van de andere Verdragsluitende Staat is, mag de aldus geheven belasting:
- a.
5 percent van het brutobedrag van de dividenden niet overschrijden, indien de uiteindelijk gerechtigde een lichaam is (niet zijnde een samenwerkingsverband) dat onmiddellijk ten minste 20 percent bezit van het kapitaal van het lichaam dat de dividenden betaalt;
- b.
15 percent van het brutobedrag van de dividenden niet overschrijden in alle overige gevallen.
3.
Niettegenstaande de bepalingen van het eerste en het tweede lid van dit artikel zijn dividenden betaald door een lichaam dat inwoner is van een Verdragsluitende Staat aan een inwoner van de andere Verdragsluitende Staat slechts belastbaar in de andere Verdragsluitende Staat, in het geval dat de verkrijger, zijnde de uiteindelijk gerechtigde tot de dividenden:
- a.
een lichaam is (niet zijnde een samenwerkingsverband) waarvan de investering in het kapitaal van het lichaam dat de dividenden betaalt wordt gegarandeerd of verzekerd door de andere Verdragsluitende Staat, de centrale bank van de andere Verdragsluitende Staat of door enig agentschap dat of enige instantie (waaronder begrepen een financiële instelling) die eigendom is van of wordt beheerst door die Staat; of
- b.
een pensioenfonds van de andere Verdragsluitende Staat is.
4.
De bevoegde autoriteiten van de Verdragsluitende Staten kunnen in onderling overleg de wijze van toepassing van het tweede en derde lid van dit artikel regelen.
5.
De bepalingen van het tweede en derde lid van dit artikel laten onverlet de belastingheffing van het lichaam ter zake van de winst waaruit de dividenden worden betaald.
6.
De uitdrukking ‘dividenden’, zoals gebezigd in dit artikel, betekent inkomsten uit aandelen, winstaandelen of winstbewijzen, mijnaandelen, oprichtersaandelen of andere rechten, met uitzondering van schuldvorderingen, die aanspraak geven op een aandeel in de winst, alsmede inkomsten uit andere vennootschappelijke rechten die door de wetgeving van de Verdragsluitende Staat waarvan het lichaam dat de uitdeling doet inwoner is, op dezelfde wijze aan de belastingheffing worden onderworpen als inkomsten uit aandelen.
7.
De bepalingen van het eerste, tweede en derde lid van dit artikel zijn niet van toepassing indien de uiteindelijk gerechtigde tot de dividenden, die inwoner is van een Verdragsluitende Staat, in de andere Verdragsluitende Staat waarvan het lichaam dat de dividenden betaalt inwoner is, een bedrijf uitoefent door middel van een aldaar gevestigde vaste inrichting, of in die andere Staat zelfstandige arbeid verricht vanuit een aldaar gevestigd vast middelpunt, en het aandelenbezit uit hoofde waarvan de dividenden worden betaald, tot het bedrijfsvermogen van die vaste inrichting of tot het beroepsvermogen van dat vaste middelpunt behoort. In dat geval zijn, naar gelang van het geval, de bepalingen van artikel 7 of artikel 14 van dit Verdrag van toepassing.
8.
Indien een lichaam dat inwoner is van een Verdragsluitende Staat, voordelen of inkomsten verkrijgt uit de andere Verdragsluitende Staat, mag die andere Staat geen belasting heffen op de dividenden die door het lichaam worden betaald, behalve voor zover deze dividenden worden betaald aan een inwoner van die andere Staat of voor zover het aandelenbezit uit hoofde waarvan de dividenden worden betaald, tot het bedrijfsvermogen van een in die andere Staat gevestigde vaste inrichting of tot het beroepsvermogen van een aldaar gevestigd vast middelpunt behoort, noch de niet-uitgedeelde winst van het lichaam onderwerpen aan een belasting op niet-uitgedeelde winst van het lichaam, zelfs indien de betaalde dividenden of de niet-uitgedeelde winst geheel of gedeeltelijk bestaan uit voordelen of inkomsten die uit die andere Staat afkomstig zijn.