Einde inhoudsopgave
Gedragscode voor gerechtelijk deskundigen bij de Afdeling bestuursrechtspraak
Artikel 26
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2020
- Bronpublicatie:
28-11-2019, Stcrt. 2019, 66719 (uitgifte: 31-12-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-11-2019, Stcrt. 2019, 66719 (uitgifte: 31-12-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Bestuursprocesrecht / Bijzondere onderwerpen
Staatsrecht / Rechtspraak
1.
De deskundige behandelt alle partijen, zoveel mogelijk, gelijk en met inachtneming van ieders privacy.
2.
De deskundige maakt afspraken voor een persoonlijk gesprek met het bevoegd gezag, appellanten, derde-belanghebbenden en derden bij voorkeur ten minste één week maar in ieder geval ten minste drie werkdagen voordien. Van deze gesprekken doet de deskundige melding in het verslag onder vermelding van datum, naam, organisatie en hoedanigheid/functie, alsmede eventueel de reden van het gesprek. Tevens doet hij, waar nodig, melding in het verslag van de essentie van dat gesprek.
3.
De deskundige geeft in geval van de hiervoor in deze paragraaf bedoelde contacten in het gesprek duidelijk aan, wat de reden van het contact is, in het kader van welke procedure het contact plaatsvindt, wat zijn rol is in de procedure, dat hij een onafhankelijke positie inneemt en wat het vervolg is van de procedure.
4.
De deskundige neemt bij alle contacten een onpartijdige en onafhankelijke houding aan. Hij verkondigt geen eigen meningen en doet geen mededelingen over de mogelijke afloop van het geschil of over de termijnen van afdoening.
5.
Over de inhoud van een verslag worden geen mededelingen gedaan voordat het definitieve verslag aan de Afdeling is uitgebracht.
6.
De deskundige dient zich, desgevraagd, bij het bezoek te legitimeren.