Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake de strafrechtelijke bestrijding van corruptie
Artikel 25 Algemene beginselen en maatregelen die van toepassing zijn op de internationale samenwerking
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2002
- Bronpublicatie:
27-01-1999, Trb. 2000, 130 (uitgifte: 30-10-2000, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-06-2002, Trb. 2002, 109 (uitgifte: 01-01-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De Partijen werken, overeenkomstig de bepalingen van de toepasselijke internationale instrumenten inzake de internationale strafrechtelijke samenwerking of de afspraken die zijn overeengekomen op basis van uniforme of wederkerige wetgeving, en overeenkomstig hun nationaal recht, in zo ruim mogelijke mate met elkaar samen ten behoeve van onderzoeken en procedures met betrekking tot de strafbare feiten die vallen binnen de werkingssfeer van dit Verdrag.
2.
Wanneer tussen Partijen geen internationaal instrument of onderlinge afspraak als bedoeld in het eerste lid van kracht is, zijn de artikelen 26 tot en met 31 van dit hoofdstuk van toepassing.
3.
De artikelen 26 tot en met 31 van dit hoofdstuk zijn ook van toepassing wanneer zij gunstiger zijn dan de bepalingen die zijn opgenomen in de internationale instrumenten of in de afspraken als bedoeld in het eerste lid.