Artikel 6 EVRM en de civiele procedure
Einde inhoudsopgave
Artikel 6 EVRM en de civiele procedure (BPP nr. 10) 2008/2.1.2:2.1.2 Geschiedenis
Artikel 6 EVRM en de civiele procedure (BPP nr. 10) 2008/2.1.2
2.1.2 Geschiedenis
Documentgegevens:
Mr. P. Smits, datum 06-03-2008
- Datum
06-03-2008
- Auteur
Mr. P. Smits
- JCDI
JCDI:ADS303674:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Het recht op toegang tot de rechter is lang niet van alle tijden geweest. Het is niet voor niets dat Europees Hof en Europese Commissie dit recht hebben afgeleid uit de 'rule of law'. De idee van de 'rule of law' (de rechtsstaatgedachte) is een betrekkelijk modern idee. Het is eerst opgekomen in de (late) tweede helft van de achttiende eeuw. Eerst toen zijn in de Europese wetgevingen rationele, systematische en (in theorie) op eenieder van toepassing zijnde normensystemen ontwikkeld. Daarvoor was de wetgeving vooral hiërarchisch van aard; de meeste samenlevingen waren verdeeld in verschillende groepen of klassen met elk hun eigen rechten en privileges. Dit was zeker het geval in de antieke oudheid, in de middeleeuwen en in de meeste niet-westerse samenlevingen. De verschillende rechtsregimes waren als gevolg van de strikte klassenscheiding dan ook gekoppeld aan verschillende rechtspraakregimes.
In de negentiende eeuw hebben de voornaamste industriële landen echter 'moderne' rationele en uniforme (in de zin van voor eenieder geldende) rechtssystemen doorgevoerd, doch dit kwam in de praktijk - wat de rechtsbescherming betreft - nog maar al te vaak neer op de instelling van formele gerechtelijke instanties die voor de gemiddelde burger niet toegankelijk waren vanwege het ontbreken van de onmisbare ondersteuning die daarvoor nodig is van professionele en zeer kostbare raadslieden. Eerst in de loop van de twintigste eeuw is de weg naar de rechter voor eenieder meer en meer ontsloten en is de toegankelijkheid tot de rechtspraak verbeterd.1
Men kan voor Nederland stellen dat de toegang tot de rechter vanaf 1814 (de periode waarin de rechterlijke organisatie uniform voor het gehele Koninkrijk is geregeld) als recht zijn intrede heeft gedaan en dat dit recht - geheel in de lijn van de hiervoor beschreven (Europese) ontwikkeling - in de loop der tijd steeds effectiever is geworden. Er loopt overigens een parallel tussen de toenemende effectuering van dit recht en de erkenning daarvan als beginsel in de procesrechtelijke literatuur: komt men de toegang tot de rechter als beginsel van procesrecht onder de oudere schrijvers nog niet tegen, in de recentere procesrechtelijke handboeken wordt het door een enkeling expliciet opgenomen.2