NJ 2020/191
Insolventierecht. Voortzetting failliet ziekenhuis na pre-packprocedure. Geen ongerechtvaardigde verrijking dan wel onrechtmatig handelen van voortzettende onderneming.
Hof Den Haag 28-11-2017, ECLI:NL:GHDHA:2017:3386
- Instantie
Hof Den Haag
- Datum
28 november 2017
- Magistraten
Mrs. H.J. van Kooten, A.J.M.E. Arpeau, M.H. van der Woude
- Zaaknummer
200.190.323/01
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS200596:1
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Faillissement
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHDHA:2017:3386, Uitspraak, Hof Den Haag, 28‑11‑2017
- Wetingang
Art. 6:162, 6:212 BW
Essentie
Insolventierecht. Voortzetting failliet ziekenhuis na pre-packprocedure. Geen ongerechtvaardigde verrijking dan wel onrechtmatig handelen van voortzettende onderneming.
Samenvatting
De door geïntimeerden gestelde verrijking van SMC c.s. vindt haar rechtvaardiging in de tussen curatoren en het SMC gesloten (koop)overeenkomst, alsmede in de geneeskundige behandelingsovereenkomsten die SMC c.s. met patiënten zijn aangegaan en de overeenkomst die SMC c.s. met zorgverzekeraars konden sluiten om medisch specialistische zorg te leveren in het verzorgingsgebied Voorne Putten. De gevorderde verklaring voor recht en schadevergoeding uit hoofde van ongerechtvaardigde verrijking is niet toewijsbaar. Evenmin kan worden geoordeeld dat SMC c.s. onrechtmatig hebben gehandeld.
Partij(en)
- 1. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.