NJB 2019/425:Beroep op noodweer, noodweerexces of putatieve noodweer: bij de beoordeling van het beroep kunnen nauwkeurige en consistente feitelijke vaststellingen van belang zijn, waarbij de rechter de last tot het aannemelijk maken van die feitelijke grondslag niet uitsluitend op de verdachte mag leggen. Noodweer en het vereiste van een ‘ogenblikkelijke, wederrechtelijke aanranding’: van een ‘ogenblikkelijke’ aanranding is ook sprake bij een onmiddellijk dreigend gevaar voor een aanranding. De enkele vrees daarvoor is niet voldoende. Onder omstandigheden kan wel sprake zijn van de aanranding van een ‘lijf’ indien de bewegingsvrijheid wederrechtelijk wordt beperkt. Beroep op noodweer, noodweerexces of putatieve noodweer door een kwetsbare, visueel gehandicapte verdachte: i.c. is het oordeel van het hof dat geen sprake was van een ogenblikkelijke, wederrechtelijke aanranding van het lijf of een goed van de verdachte niet zonder meer begrijpelijk, in aanmerking genomen dat de visueel gehandicapte verdachte werd lastiggevallen en aan zijn arm werd gezeten