Niet-ontvankelijkheid, mededingingsrecht

De verzoeker tot cassatie heeft bij een verzoekschrift een cassatieberoep tegen het arrest van een hof ingesteld. aangezien het verzoekschrift niet door een advocaat bij de Hoge Raad is ingesteld, heeft de verzoeker tot cassatie twee weken gekregen om dit te herstellen door de indiening van een exemplaar van het verzoekschrift ondertekend door een advocaat bij de Hoge Raad. Van deze mogelijkheid heeft de verzoeker tot cassatie geen gebruik gemaakt.

In cassatie staat de vraag centraal of de wettelijk verplichte vertegenwoordiging door een advocaat bij de Hoge Raad in een procedure bij ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.Verder lezen?