Prijzenwet BES
Artikel 5
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Tekstplaatsing van de Prijzenverordening 1961, zoals gewijzigd bij de Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (17-05-2010, Stb. 350) en de Aanpassingsregeling BES-wetten (28-09-2010, Stcrt. 15040). Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van Nederland.
- Bronpublicatie:
14-09-2010, Stb. 2010, 440 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-2010, Stb. 2010, 389 (uitgifte: 01-01-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Financiële dienstverlening / Financieel toezicht
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
Het Bestuurscollege kan, indien er aanwijsbare omstandigheden zijn, op grond waarvan het kan vermoeden, dat er aanleiding bestaat tot toepassing van artikel 2, eerste of derde lid, van de naar het oordeel van het Bestuurscollege daarbij betrokken raadpleging van alle boeken, bescheiden en andere gegevensdragers, waarvan het raadpleging nodig acht om zich van het al of niet gegrond zijn van die vermoedens te overtuigen.
2.
De raadpleging van boeken, bescheiden en andere gegevensdragers kan het Bestuurscollege opdragen aan schriftelijk aan te wijzen personen.
3.
De personen, bedoeld in het tweede lid, dragen bij de uitoefening van hun taak een legitimatiebewijs bij zich, dat door het bestuurscollege voor dat doel is uitgegeven. Deze personen tonen hun legitimatiebewijs desgevraagd aanstonds.
4.
Deze personen hebben te allen tijde toegang tot alle plaatsen, waarvan betreding naar hun redelijk oordeel voor de vervulling van hun taak nodig is. Zo nodig verschaffen hij zich toegang, alsmede raadpleging van boeken, bescheiden en andere gegevensdragers met behulp van de sterke arm.
5.
In woningen treden zij tegen de wil van de bewoner niet binnen dan krachtens een bijzondere last van het Bestuurscollege en vergezeld van een Ambtenaar van het Openbaar Ministerie. Van het binnentreden wordt binnen tweemaal vierentwintig uur proces-verbaal opgemaakt, waarin van het tijdstip van binnentreden en van het daarmee beoogde doel melding wordt gemaakt. Een afschrift van het proces-verbaal wordt onverwijld aan de bewoner uitgereikt.