RvdW 2020/126:Poging zware mishandeling door aangever een heel harde klap tegen gezicht te geven en tegen een stalen container te duwen, waardoor aangever ten val kwam. Beroep op noodweer. Oordeel hof dat op het moment dat verdachte aangever sloeg geen sprake meer was van een ogenblikkelijke wederrechtelijke aanranding en ook geen reƫle dreiging daarvan, is niet zonder meer begrijpelijk. V.z. hof daarnaast aan de verwerping van het verweer ten grondslag heeft gelegd dat voor verdachte geen noodzaak tot verdediging bestond omdat verdachte zich kon onttrekken aan de situatie waarin hij zich bevond, is dat oordeel niet toereikend gemotiveerd.