Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake de bestrijding van strafbare feiten verbonden met elektronische netwerken
Artikel 14 Reikwijdte van procesrechtelijke maatregelen
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2004
- Redactionele toelichting
In lid 3 is onderdeel a niet genummerd.
- Bronpublicatie:
23-11-2001, Trb. 2004, 290 (uitgifte: 30-11-2004, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2004
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-11-2001, Trb. 2004, 290 (uitgifte: 30-11-2004, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Informatierecht / ICT
Internationaal strafrecht / Internationale misdrijven
Internationaal strafrecht / Justitiële en politionele samenwerking
1.
Iedere Partij neemt de wetgevende en andere maatregelen die nodig zijn om de in deze Afdeling bedoelde bevoegdheden en procedures in het leven te roepen ten behoeve van specifieke strafrechtelijke onderzoeken of procedures.
2.
Behalve voorzover in artikel 21 specifiek anders is bepaald, voorziet iedere Partij in de in het eerste lid van dit artikel bedoelde bevoegdheden en procedures ten aanzien van:
- a.
de in overeenstemming met de artikelen 2 tot en met 11 van dit Verdrag strafbaar gestelde feiten;
- b.
andere door middel van een computersysteem begane strafbare feiten; en
- c.
de vergaring van bewijs in elektronische vorm van enig strafbaar feit.
3
a.
Iedere Partij kan zich het recht voorbehouden de in artikel 20 bedoelde maatregelen uitsluitend toe te passen op de in het voorbehoud vermelde feiten of categorieën van feiten, mits het scala van zodanige feiten of categorieën van feiten niet beperkter is dan het scala aan feiten ten aanzien waarvan zij de in artikel 21 bedoelde maatregelen toepast. Iedere Partij onderzoekt de mogelijkheden om een dergelijk voorbehoud te beperken teneinde een zo breed mogelijke toepassing van de in artikel 20 bedoelde maatregelen mogelijk te maken.
b.
Wanneer een Partij, als gevolg van beperkingen in haar wetgeving die van kracht is op het tijdstip van de aanneming van dit Verdrag, niet in staat is de in de artikelen 20 en 21 bedoelde maatregelen toe te passen op communicatie die plaatsvindt binnen een computersysteem van een serviceprovider, welk systeem:
- i.
in werking wordt gehouden ten behoeve van een besloten groep van gebruikers; en
- ii.
geen gebruik maakt van openbare communicatienetwerken en niet verbonden is met een ander computersysteem, hetzij publiek of privaat,
kan deze Partij zich het recht voorbehouden die maatregelen niet toe te passen op dergelijke communicatie. Iedere Partij onderzoekt de mogelijkheden om een dergelijk voorbehoud te beperken teneinde een zo breed mogelijke toepassing van de in artikel 20 en 21 bedoelde maatregelen mogelijk te maken.