Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2018/1727 betreffende het Agentschap van de Europese Unie voor justitiële samenwerking in strafzaken (Eurojust), en tot vervanging en intrekking van Besluit 2002/187/JBZ
Artikel 75 OLAF en de Rekenkamer
Geldend
Geldend vanaf 11-12-2018
- Bronpublicatie:
14-11-2018, PbEU 2018, L 295 (uitgifte: 21-11-2018, regelingnummer: 2018/1727)
- Inwerkingtreding
11-12-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-11-2018, PbEU 2018, L 295 (uitgifte: 21-11-2018, regelingnummer: 2018/1727)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Bijzondere onderwerpen
Privacy / Algemeen
EU-recht / Instituties
Politierecht / Organisatie
Staatsrecht / Rechtspraak
Internationaal strafrecht / Justitiële en politionele samenwerking
1.
Teneinde de bestrijding van fraude, corruptie en andere onrechtmatige activiteiten krachtens Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 te vereenvoudigen, treedt Eurojust binnen zes maanden na de inwerkingtreding van deze verordening toe tot het Interinstitutioneel Akkoord van 25 mei 1999 tussen het Europees Parlement, de Raad van de Europese Unie en de Commissie van de Europese Gemeenschappen betreffende de interne onderzoeken verricht door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) (1). Eurojust stelt op basis van het model in de bijlage bij dat akkoord passende voorschriften op die van toepassing zijn op alle nationale leden, hun adjuncten en medewerkers, alle gedetacheerde nationale deskundigen en alle personeelsleden van Eurojust.
2.
De Rekenkamer is bevoegd om bij alle begunstigden van subsidies, contractanten en subcontractanten die van Eurojust Uniemiddelen hebben ontvangen, controles op stukken en controles ter plaatse te verrichten.
3.
Overeenkomstig de bepalingen en procedures van Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 en Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad (2) kan OLAF onderzoeken, waaronder controles en inspecties ter plaatse, uitvoeren om vast te stellen of er sprake is van onregelmatigheden waardoor de financiële belangen van de Unie worden geschaad in verband met door Eurojust gefinancierde uitgaven.
4.
Onverminderd de leden 1, 2 en 3, moeten in werkafspraken met derde landen of internationale organisaties, de overeenkomsten, subsidieovereenkomsten en -besluiten van Eurojust bepalingen worden opgenomen die de Rekenkamer en OLAF uitdrukkelijk de bevoegdheid verlenen dergelijke controles en onderzoeken te verrichten overeenkomstig hun respectieve bevoegdheden.
5.
De personeelsleden van Eurojust, de administratief directeur en de leden van het college en de raad van bestuur melden bij OLAF en het EOM onverwijld en zonder dat hun verantwoordelijkheid als gevolg van deze melding in het geding kan komen, elke verdenking van onregelmatige of illegale activiteiten binnen hun respectieve mandaat waarvan zij tijdens de vervulling van hun taken kennis hebben genomen.
Voetnoten
PB L 137 van 31.5.1999, blz. 15.
Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad van 11 november 1996 betreffende de controles en verificaties ter plaatse die door de Commissie worden uitgevoerd ter bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen tegen fraudes en andere onregelmatigheden (PB L 292 van 15.11.1996, blz. 2).